Productieve strategische meeting van het Nederlandse academische netwerk in Barcelona
16 November 2023Herman Kruis: “Het creëren van een optimale omgeving waarin iedereen kan bloeien is de essentie van coachen” – DEEL 1
12 April 2024Productieve strategische meeting van het Nederlandse academische netwerk in Barcelona
16 November 2023Herman Kruis: “Het creëren van een optimale omgeving waarin iedereen kan bloeien is de essentie van coachen” – DEEL 1
12 April 2024Werken aan de mentale weerbaarheid van jonge topsporters
Sportpsychologe Stéphanie Kuiper over haar rol in de begeleiding van studerende topsporters van Johan Cruyff College Roosendaal. "Het doel is dat ze hun mentale weerbaarheid ontwikkelen zodat ze consistente topprestaties behalen"
Nederland wil bij de beste topsportlanden van de wereld horen. We streven naar meer medailles, in meer disciplines, met meer impact op de grote internationale toernooien, zoals de Olympische Spelen. Om dit ambitieuze plan te verwezenlijken, is het topsportbeleid van het NOC*NSF en de bonden erop gericht om optimale omstandigheden voor onze topsporters te creëren. Dat lukt alleen als de topsporter omringd wordt door een sterk team dat de beste steun en begeleiding biedt, waarbij die van een sportpsycholoog voor de mentale weerbaarheid van de topsporter niet mag ontbreken.
In het gebouw van Johan Cruyff College Roosendaal werken de jonge topsporters en sporttalenten aan hun mbo-studie en krijgen ze studiecoaching-op-maat om die uitdagende combinatie van sport en studie te realiseren. Het is ook de plek waar sportpsychologe Stéphanie Kuiper al ruim 15 jaar haar eigen praktijk heeft. De sportpsychologe vormt er een vast onderdeel van het begeleidingsteam van de studerende topsporters.
"Het doel is dat ze hun mentale weerbaarheid ontwikkelen zodat ze consistente topprestaties behalen en om het welzijn te ondersteunen, niet alleen als sporter, maar in de eerste plaats als mens" - Stéphanie Kuiper
Stéphanie helpt de jonge topsporters van Johan Cruyff College “zodat ze leren wat ze nodig hebben om de top te behalen en wat ze er eventueel voor moeten laten. Het komt vaak voor dat ik ze help om te leren omgaan met stress of prestatiespanning. Al met al varieert de begeleiding enorm, afhankelijk van de vragen en behoeften van de sporter. Het doel is dat ze hun mentale weerbaarheid ontwikkelen, zodat ze consistente topprestaties behalen en om het welzijn te ondersteunen, niet alleen als sporter, maar in de eerste plaats als mens.”
In dit artikel gaan we in op de rol van de sportpsycholoog en welke uitdagingen Stéphanie tegenkomt in haar sportpsychologiepraktijk tijdens de begeleiding van de jonge sporttalenten die bezig zijn om hun sportieve doelen te realiseren, terwijl ze ook werken aan hun studie Sport & Business of Sport & Coaching aan Johan Cruyff College Roosendaal.
Wanneer komen de topsporters van Johan Cruyff College bij jou?
Alle studerende topsporters worden aan het begin van hun mbo-studie uitgenodigd om een persoonlijk profiel op te maken. Dit profiel vormt de basis voor een individueel kennismakingsgesprek met de sportpsycholoog. Tijdens dit gesprek nodig ik hen uit om meer te vertellen over henzelf. Als we dan ingaan op hun sportachtergrond, merk ik vaak nieuwsgierigheid. Hoe kan ik mijn prestaties nog verder verbeteren? Zijn er mogelijkheden voor mentale groei?
Van daaruit bespreken we dan hun doelen, we brengen de belasting en belastbaarheid in kaart en bekijken dan of –en waar– er ruimte is voor verbetering op mentaal vlak. Op basis van deze informatie stellen we een mentaal trainingsprogramma op en geef ik aan hoe ik hen kan ondersteunen.
Wat zijn thema’s waar de jonge topsporters vooral begeleiding bij zoeken?
De meest voorkomende onderwerpen waar topsporters hulp bij zoeken zijn:
- Ik heb last van wedstrijdspanning.
- Ik kamp met motivatieproblemen.
- Ik voel me onzeker.
- Hoe komt het dat ik tijdens de wedstrijd mijn trainingsniveau niet haal?
- Hoe kan ik leren omgaan met tegenslagen?
Deze onderwerpen zijn vaak het startpunt van gesprek, waarbij we samen een trainingsprogramma opstellen om het te verbeteren. Daarbij is het belangrijk dat waar de ene sporter iets ziet als een uitdaging, een ander het kan ervaren als een probleem. Als iets als een probleem wordt ervaren, help ik hen om dit om te zetten in een verbeter- of aandachtspunt. Hierbij benadrukken we dat het werken aan een mentale techniek, of het bijschaven ervan, wordt gedaan vanuit de intrinsieke motivatie. Het moet van binnenuit komen.
"Bij mentale training gaat het er vooral om dat je je bewust wordt hoe je over en tegen jezelf praat"
Bij mentale training gaat het er vooral om, dat je je bewust wordt hoe je over en tegen jezelf praat. Het herhalen van de juiste taal tegen jezelf is essentieel. Om dit te trainen, zodat het onderdeel wordt van je eigen 'systeem', dien je net als je techniektraining, dit vaak te herhalen. Het herhalen doen we door het uit te spreken, op te schrijven, uit te werken en te delen met de omgeving.
Ik heb bijvoorbeeld een wielrenster van 16 jaar begeleid omdat zij het plezier in haar sport had verloren doordat na een valpartij bij haar de angst overheerste. Ik heb haar doorverwezen voor een EMDR-sessie in verband met die angst. Dat hielp haar en daarna was ze klaar om onder mijn begeleiding zich verder op mentaal vlak te verbeteren. Op dit moment zit ze met veel meer plezier op de fiets en kijkt ze uit naar het wegwedstrijdseizoen dat vanaf april weer start.
"We hebben toen gewerkt aan positieve en helpende gedachten en het formuleren van de juiste doelstellingen. Door middel van verbeeldingstraining kon hij zichzelf weer met succes zien springen"
Een ander voorbeeld is een atleet, een hoogspringer, die zijn topsport-mindset verloren had nadat hij geblesseerd was geraakt. We hebben toen gewerkt aan positieve en helpende gedachten en het formuleren van de juiste doelstellingen. Door middel van verbeeldingstraining kon hij zichzelf weer met succes zien springen. Hij staat nu op het punt om weer met plezier op trainingskamp te gaan, om daar de puntjes op de i te gaan zetten.
Als topsporters moeite hebben met oefeningen, merk ik dat het vaak komt door vormen van dyslexie. Ik ben zelf dyslectisch en daardoor merk ik het misschien ook eerder. Dyslecten zijn beelddenkers en de verbeeldingsoefeningen zijn vaak heel helpend en duidelijk, maar om taal om te zetten in beeld en andersom –van beeld in de juiste helpende taal– kost dan moeite. Het is echter wel belangrijk om een passende topsport mindset te ontwikkelen. Vaak helpt het dan om het uit te spreken. Ik zie dan meestal grote opluchting en dat helpt vervolgens weer om verder te komen met de oefeningen.
Zelfvertrouwen, toewijding en verbinding komen voor in een checklist die je gebruikt om de mentale conditie van wedstrijdsporters te bepalen. Kan je dat toelichten?
De aanwezigheid van zelfvertrouwen, toewijding en verbinding bepalen in grote mate of je in staat bent om een optimale prestatie te leveren. Je zelfvertrouwen geeft aan of je met doelen werkt waarin je gelooft en hiervoor ook een goed team om je heen hebt om deze te bereiken. De toewijding geeft aan of je ook alles eraan doet om je doel te halen. De verbinding geeft aan of je je mentale vaardigheden effectief in kan zetten en of je jezelf kan helpen om door te zetten, ook na een tegenslag.
"Het is interessant om te bekijken welke vaardigheid je kan verbeteren om het in balans te krijgen, om een optimale prestatie te leveren" - Stéphanie Kuiper
De checklist helpt om te bekijken in hoeverre deze drie pijlers in of uit balans zijn. Als ze uit balans zijn, ben je niet in staat om een constante optimale prestatie te leveren. Dan is het interessant om te gaan bekijken welke vaardigheid je kan verbeteren, om dit weer in balans te krijgen. Dat kan bijvoorbeeld zijn door het bijstellen van je doelen, of door het verleggen van je aandacht of door te werken aan het verbeteren van je vermogen om spanning en je gedachten effectief te reguleren.
Wat is voor jou als sportpsycholoog een ‘mentaal vaardige sporter’?
Een mentaal vaardige sporter is in staat tegenslagen in en rond de sport te verwerken en deze om te zetten in nieuwe doelen. De ontwikkeling van dit vermogen en het moment waarop dit vermogen ontwikkeld wordt, verschilt per sporter en is ook afhankelijk van de leeftijd. Die ontwikkeling start vaak rond het twaalfde levensjaar. De juiste begeleiding bij de juiste ontwikkelingsfase is daarom essentieel.
"Het voordeel van Johan Cruyff College is dat ze vaak ook heel veel aan elkaar hebben" - Stéphanie Kuiper
Bij studenten van Johan Cruyff College varieert het vermogen om tegenslagen snel te verwerken. Soms lukt dit, soms niet. Het is dan goed, dat er verschillende mogelijkheden zijn om het erover te hebben en om eraan te werken. Het voordeel van Johan Cruyff College is dat ze in dergelijke gevallen niet alleen bij hun studiecoach terecht kunnen. Vaak hebben ze ook heel veel aan elkaar! En uiteindelijk kunnen ze bij mij terecht voor verdere ondersteuning.
Wanneer het probleem niet sport-gerelateerd is, is er binnen Curio, de onderwijsinstelling waar het Johan Cruyff College Roosendaal onder valt, ook een ondersteuningsteam dat bijvoorbeeld sociaal-maatschappelijke begeleiding kan bieden.
Bij topsport kan het lichaam endorfine aanmaken, wat onder andere pijnstillend werkt, een euforisch gevoel geeft, en verslavend werkt. In hoeverre kan topsport verslavend zijn?
Naar mijn mening kan er sprake van verslaving zijn, wanneer bijvoorbeeld het trainingsschema dwangmatig wordt afgewerkt, zonder dat er aandacht besteed wordt aan de hartslag of als er tijdens het sporten slecht of helemaal niet meer geluisterd wordt naar het eigen lichaamsgevoel. Als ik een sporter tref die hiermee worstelt, verwijs ik deze door naar de huisarts, die de sporter dan weer kan doorverwijzen naar een gezondheidspsycholoog. Op dat punt is het euforische gevoel trouwens vaak al verdwenen.
"Het juiste evenwicht tussen gezonde inspanning en ontspanning is cruciaal om eventuele negatieve gevolgen van een mogelijke verslaving te voorkomen" - Stéphanie Kuiper
Voor iedereen en zeker ook voor een topsporter is het belangrijk om goed naar het eigen lichaam te luisteren en daar vervolgens ook naar te handelen. Als sporters dit nog moeten leren en als er sprake is van een afname van het plezier of een sterk euforisch gevoel, kan je proberen de frequentie of de intensiteit te verlagen. Het juiste evenwicht tussen gezonde inspanning en ontspanning is cruciaal om eventuele negatieve gevolgen van een mogelijke verslaving te voorkomen.
Maar, ik wil hier ook graag juist de andere kant van topsport benadrukken. Ik ben van mening dat topsport een enorme rijkdom aan levenservaringen kan opleveren, met veel ontmoetingen, door heel Nederland of internationaal. Deze ervaring neem je mee, als sporter en als mens, in je verdere loopbaan en in je leven, waarbij je bovendien kan terugvallen op een enorm netwerk.
Hoe kunnen we ervoor zorgen, dat sporters nóg beter hun duale carrière kunnen ontwikkelen?
Om een sporter te helpen om de uitdagende combinatie van sport en studie te realiseren, is begrip, inlevingsvermogen en medewerking van de omgeving nodig. Wat de sporter op dat vlak precies nodig heeft, verschilt per sporter en is ook afhankelijk van de levensfase waarin de sporter zich bevindt. In de praktijk betekent het dat de samenhang tussen de woonomgeving (familie, vrienden), de sportomgeving (team, coach) en de studieomgeving (docenten, studiebegeleiders) moet kloppen. In een vriendelijke omgeving zijn studieresultaten makkelijker te realiseren. Door de sporter gerichte vragen te stellen, kan je hem of haar helpen om te bepalen of ze op de juiste plek zitten, met de juiste mensen om zich heen.
Uiteindelijk gaat het erom dat de sporter zelf een intrinsieke motivatie heeft om naast de sport ook te studeren en dat hij of zij zelf het inzicht heeft, dat de studie een verrijking vormt. De juiste omgeving die de juiste steun biedt, speelt hierin uiteraard een belangrijke rol.
"Als je de juiste balans vindt in mentale ontspanning (sporttraining) en mentale inspanning (studie), kan je vaak beter en sneller schakelen tussen het één en het ander" - Stéphanie Kuiper
Vaak zie je dat als het goed gaat in de sport, het ook goed gaat in de studie. Het is een misvatting dat als er bijvoorbeeld een blessure is, er meer ruimte komt voor de studie. Juist als je lekker in je vel zit en je de juiste balans vindt in mentale ontspanning (sporttraining) en mentale inspanning (studie), kan je vaak beter en sneller schakelen tussen het één en het ander. Sporters ervaren dan dat er meer in het leven is dan een keer een minder goede training, want als de studie in je interessegebied ligt, valt daar ook iets te halen!
Stéphanie Kuiper
Voor haar hbo-studie Bewegingstechnologie ging Stéphanie Kuiper op 18-jarige leeftijd naar Den Haag. Dat combineerde ze met tennissport op landelijk niveau, waarvoor ze dagelijks trainde in Wateringen. In die periode viel het haar op dat het mentale aspect wel vaak werd aangehaald, maar dat er niet specifiek op werd getraind. Om zich daarin verder te verdiepen, studeerde ze Bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam met als afstudeerrichting Sport(psychologie). Tegenwoordig is ze geaccrediteerd sportpsycholoog, staat ze vermeld in het register van Nederlandse sportpsychogen (VSPN) en heeft ze haar eigen sportpsychologiepraktijk www.mentaal.fit.