Tjitske Eppinga
1 May 2022Ramsey Angela
15 May 2022Maakte de switch van top-rugby naar top-boksen
Chelsey Heijnen, alumna Johan Cruyff College, ging als onderdeel van haar rugbycarrière, ook boksen trainen. Ze bleek talent te hebben en veranderde van sport.
Chelsey Heijnen is afgestudeerd aan het Johan Cruyff College Roosendaal waar ze Sport & Coaching volgde. Om lichtvoetiger te worden op het rugbyveld, ging ze boksen. Na een jaar combineren van rugby op het hoogst mogelijke niveau voor haar leeftijd, namelijk voor Nederland U16 en U18 sevens-team en boksen voor de fun, heeft ze tóch voor een carrière in het boksen gekozen. Haar bokscarrière kende flinke ups en downs, met jaren waarin ze veel medailles op internationaal niveau won, en jaren met ziekte en blessureleed. Nu is ze terug op weg naar de top.
Hoe verliep de switch van rugby naar boksen?
Ik heb van jongs af aan rugby gespeeld en begon met boks-trainingen om wat lichtvoetiger te worden op het rugbyveld. Dat ik begon met boksen was puur voor het rugbyen. Mijn eerste bokswedstrijden waren eigenlijk ook voor de grap, zo van ‘ik wil wel eens een wedstrijdje doen’. Ik heb het zo een jaar lang gecombineerd: rugbyen op het hoogste niveau – ik maakte ook deel uit van het Nederlandse team – en boksen voor de fun.
“Mijn eerste bokswedstrijden waren eigenlijk voor de grap, zo van ‘ik wil wel eens een wedstrijdje doen’” – Chelsey Heijnen
Toen ik op een gegeven moment weer naar lange tijd een toernooi had met het Nederlands rugby sevens team U18, merkte ik dat het me eigenlijk niet meer zoveel deed. Speelde een paar geweldige wedstrijden en haalde er niet meer dezelfde voldoening uit als daarvoor. Toen was mij duidelijk, dat het moment was gekomen om te kiezen.
Zo begon mijn loopbaan in het boksen. Aanvankelijk nog helemaal niet met de gedachte dat ik er ooit topsporter in zou kunnen worden. Maar dat liep uiteindelijk anders ...
Hoe heeft jouw bokscarrière zich ontwikkeld?
Dat is in het begin heel snel gegaan. Na mijn eerste internationale toernooi – dat ik won – kreeg ik de kans om weer op een internationaal toernooi te gaan. Dat won ik ook. En toen heeft mijn trainer aan de deur geklopt bij de NBB, de Nederlandse Boksbond, met min of meer de boodschap van ‘als we willen weten waar ze staat dan moet ze naar het EK U18’. En dit hebben wij voor elkaar gekregen, dankzij mijn trainer en ouders.
“Dit had niemand aan zien komen en zo werd ik Europees jeugdkampioen" – Chelsey Heijnen
Het was toen van ‘o, wacht even, we hebben hier een talent dat naar het jeugd EK kan’. Ik ging daar heel onbevangen heen, met als doel om in ieder geval één ronde verder te komen. Maar ik won de eerste twee wedstrijden op RSC (Referee stops Contest), dus voortijdig werden die beëindigd, de halve finale met 5–0 en de finale moest ik het opnemen tegen een Bulgaar in eigen land. Voor mij was dit toernooi al zo geslaagd dat wat de uitslag ook zou zijn het zou altijd zilver worden met een heel goud randje. Maar toen de drie rondes voorbij waren en de uitslag kwam, werd er omgeroepen ‘winner in the … bleu corner’! Dat was wow! Mijn vader was erbij en stond juichend in het publiek. Dit had niemand aan zien komen en zo werd ik Europees jeugdkampioen.
“Door die druk en andere oorzaken, vloog ik er op dat WK in de eerste ronde al uit" – Chelsey Heijnen
Toen belandde alles in een sneltreinvaart. Ik ging naar het jeugd WK, waar ik volgens de pers één van de vijf deelnemers was, die in de gaten gehouden moest worden. Ik werd in kranten en online benoemd als: ‘let op, die wil je niet treffen’. Door die druk en de snelheid waarin alles ging en nog een paar andere oorzaken, vloog ik er op dat WK in de eerste ronde al uit! Ik had gewoon 5 – 0 verloren. Het jaar daarna, waarin ik elite/senior werd, kreeg ik de ziekte van Pfeiffer. Ik heb toen een jaar lang niet gebokst.
Nadat ik daarvan hersteld was, ben ik in 2019 zeven belangrijke bokstoernooien afgegaan. In zes daarvan heb ik een medaille gepakt en Europese - en wereldkampioenen verslagen. Door die prestaties, kreeg ik in oktober van dat jaar te horen dat ik naar de passie moest voor de olympische kit!! En dat betekende dus dat ik mocht deelnemen aan een kwalificatietoernooi voor de Olympische Spelen van Tokio in Londen in 2020. Dat allemaal in één jaar tijd; heel leuk!
“Weer medailles gaan pakken op mondiale toernooien, dat is voor nu belangrijk" – Chelsey Heijnen
Maar ik liep een schouderblessure op en ik ben nu al een paar jaar bezig met het herstel daarvan. Eén jaar ben ik er helemaal uit geweest. Mijn doel is vooral om terug te komen op mijn oude niveau met een redelijk gezonde schouder. Eerst maar eens kijken hoe die aansluiting gaat. Natuurlijk blijven de Olympische Spelen altijd een droom – dat geldt voor iedere topsporter. Maar dat is nog ver weg. Weer medailles gaan pakken op mondiale toernooien, dat is voor nu belangrijk. Op dit moment hebben we weer een stap in de juiste richting gezet door het halen van een bronzen plak afgelopen februari op een van de zwaarst bezetten internationale toernooien.
Boksen heeft soms niet zo’n goed imago. Wat vind jij daarvan?
Ik denk dat het met boksen nog wel meevalt. Vooral het imago van kickboksen is lange tijd slecht geweest. Vaak zijn het mensen die er geen verstand van hebben en maar wat roepen. Het vrouwen boksen komt nu juist op, omdat het heel goed is voor je conditie.
“Al die andere verhalen waar het goed gaat, die hoor je niet" – Chelsey Heijnen
Wij krijgen stompen tegen ons hoofd, maar een turner die van de balk afvalt, is ook niet gezond. Zo gezien is alle topsport slecht voor je lichaam. Bij boksen gaan er soms verhalen rond, na veel aftrainen overlijdt een bokser door de gevolgen van vocht tekort en stoten tegen het hoofd. Dat soort dingen. Dat komt dan uit en dan ontstaat er dat imago. Al die andere verhalen waar het wél goed gaat, die hoor je niet.
En natuurlijk, over een vrouw die bokst … Ik heb wel eens jongens horen zeggen: ‘ja, maar een vrouw die sterker is dan ik, wil ik echt niet hebben’. Dat soort opmerkingen krijg je in deze sport, maar die kreeg ik in het rugby ook al.
Heb je ook plannen buiten het boksen?
Ja, ik wil heel graag met probleemjongeren aan de gang. Vroeger was er een programma op MTV, “I used to be fat”. En door sporten konden ze dan mensen ‘breken’, waardoor het onderliggende probleem naar boven kwam, waarna ze daarmee aan de slag konden om zich beter te voelen. Op zo’n manier lijkt het me heel leuk om met jongeren en sport te werken, en ook om mijn sportervaring in te brengen. Om jongeren het plezier in sport te laten zien en te laten merken hoe goed het voor je is.
Hoe heb jij je tijd op het Johan Cruyff College ervaren?
Op het Johan Cruyff College Roosendaal kreeg ik veel vrijheid om te sporten, maar dat betekent ook dat het belangrijk is dat je daarmee om kunt gaan. Je krijgt heel veel dingen die je mag en kan. Voor mij werkte dat goed, omdat ik heel gestructureerd ben. Daardoor ging het eerste jaar heel vlot en werkte ik zelfs vooruit.
“Voor mij was het geweldig want ze werkten aan alles mee. Niks was te zot” – Chelsey Heijnen
Voor mij was het geweldig, want ze werkten aan alles mee. Niks was te zot. In het laatste jaar stuurde ik gewoon een mail met: “ik wil graag mijn examens maken”. Ik kwam binnen, haalde goede cijfers, en was dan weer weg.
“Zo relaxed was mijn leven niet. Het was wel heel goed gepland!” – Chelsey Heijnen
Er zaten ook mensen in mijn klas, die wel talent hadden maar eigenlijk net niet topsporter waren en ook meer moeite hadden met de studie. Zij vonden daar dan wat van. Maar zij wisten niet, dat ik maandag, woensdag en vrijdag twee keer op een dag trainde en op dinsdag en donderdag voor een klas stond. Dus zo relaxed was mijn leven helemaal niet. Het was wel heel goed gepland!
Zijn er vaardigheden uit rugby of boksen, die je tijdens je studie kon gebruiken en andersom?
Ik heb bij het rugbyen eigenlijk de basis gelegd voor de topsport. Je moest toen alles al plannen. Vanaf mijn 12e zat ik in het Nederlands team en was ik al zo gestructureerd en doelgericht bezig. Als je iets doet wat je leuk vindt en daar serieus mee bezig bent, dan werkt het Johan Cruyff College Roosendaal ook echt mee.
Je moet dingen wel regelen, want anders leid je sport eronder. Dus ik moest wel naar die docent gaan en zeggen “ja maar het kan niet anders, ik wil graag mijn schooldiploma halen maar ik ben weg”. Dus ik denk voor jezelf opkomen, echt het regelen van dingen heb ik daar geleerd. Dat is ook iets wat je niet alleen meeneemt in het boksen, maar in je gehele toekomst.